“In het begin was het heel normaal dat wij als zorgmedewerkers de volledige zorg overnamen zodra iemand bij ons kwamen wonen”, vertelt Karin. “Het werd destijds niet van familie verwacht om mee te helpen met zorgtaken. Er was toen immers genoeg personeel, minder ouderen én de zorgvragen waren minder complex. Dat is nu wel anders”. Door de jaren heen is de samenwerking met familieleden daardoor sterk veranderd.
Betrokkenheid van naasten: een win-winsituatie
“Nu zie ik steeds vaker dat naasten en mantelzorgers regelmatig komen helpen, soms wel meerdere keren per dag”, vertelt Karin. Die betrokkenheid vindt ze prettig. “Het gebeurde al even zo op onze afdeling, maar het wordt steeds normaler. Er zijn wel een aantal collega’s die moeten wennen, maar ik niet. Als je elkaar kunt ondersteunen en ziet dat de bewoner gelukkig wordt, dan is het toch win-win?”
Weer samen douchen
Een moment dat Karin bijblijft, is het verhaal van een bewoner die niet meer wilde douchen, totdat hij dat weer samen met z’n vrouw kon doen. “De vrouw van een bewoner vroeg of ze samen met haar man mocht douchen, want daar genoten ze vroeger ook zo van. En wat bleek? Douchen was vanaf dat moment geen probleem meer. Hoe mooi is dat, dat een ouder echtpaar daar weer samen van kunnen genieten”.